ongeveer: 140.000 menschen, bijna allen Atjehers. Ook eenige Maleiers, Chineezen, Arabieren en Klingaleezen wonen in of nabij de hoofdplaats.

Nu de polikliniek niet meer in de benteng gehouden wordt, is het aantal bezoekers sterk toegenomen en werd zij bezocht door 734 lijders, waarvan 53 tot het trampersoneel behooren. De overigen zijn civiele personen. Opmerkelijk groot was het aantal kinderen, meestal lijdende aan malaria of beenwonden.

Meulaboh. In 1909 viel in 166 etmalen, 3524 m. M. regen.

Den 15e» December, des nachts te half 12 ure, werd een vrij hevige aardschok gevoeld.

De algemeene gezondheidstoestand over 1909 zou met recht gunstig te noemen zijn, ware het niet, dat vrij veel malaria is voorgekomen. Meestal zijn het tertianagevallen, zooals het microscopisch bloedonderzoek uitwees. Tropicagevallen komen veel minder voor, terwijl zich van quartana geen gevallen voordeden.

Verreweg de meeste ziekten, die hier onder behandeling kwamen, waren huidziekten (schurft), beenzweren, koorts en goedaardige ooglidontstekingen.

Beri-beri, lepra, pokken en cholera kwamen dit jaar niet onder behandeling. Slechts één geval van acute gonorrhoe werd gezien.

Ook kwam slechts 1 geval van acute syphilis ter polikliniek. 18 patienten kwamen onder behandeling met ziekteprocessen, die op aangeboren of verouderde syphilis wezen.

Van slangenbeten werd niet gehoord. Eén geval van tetanus werd bij een ouden Atjeher waargenomen.

De polikliniek werd bezocht door: 941 personen, waarvan het overgroote deel aan wonden lijdende was.

In de ziekenzaal werden 15 Atjehers behandeld, waaronder 6 die door schotwonden of klewanghouwen verwond

22