Tebing Tinggi (Bengkalis). Het afgeloopen jaar ken-1 merkte zich door vele regens gepaard met winden.

Door liet ongestadige weer werden, evenals het vorige jaar, veel ziekten waargenomen, die hoofdzakelijk van rheumatischen oorsprong waren, zooals keel- en borstaandoeningen, kinkhoest onder de kinderen, spier- en gewrichtsrheumatisme.

Besmettelijke ziekten kwamen, voor zoover bekend, niet vóór.

De inheemsche bevolking, die tot de onderhoorigen van den Sultan van Siak behoort, kan worden gebracht onder twee categorieën;

1°. Maleiers, die waarschijnlijk van het vasteland zijn afgezakt;

2°. de eigenlijke bevolking dezer eilanden, die om hunne schuwheid en geisoleerde levenswijze „orang hoetan" (boschmenschen) worden genoemd. Laatstgenoemden wonen verspreid in de bosschen, vormen groepjes van zelden meer dan 3 a 4 personen en hebben geen godsdienst. De kleine sampans, waarmede zij overal komen in kreekjes en riviertjes, zijn eigenlijk hun verblijfplaatsen. De meesten zijn lui en erg onzindelijk. Daardoor zijn zij grootendeels behept met huiduitslagen, hoofdzakelijk gevormd door de „tinea imbricata".

De sedert 1905 door de Chineesche Vereeniging Po Ho Peng Kong Kik opgerichte ziekeninrichting mag zich steeds in een druk bezoek verheugen.

Met het oog op de beperkte ruimte van het hospitaal (er is slechts ruimte voor 40 tot 50 personen), en om vele zieken uit de panglongs te kunnen opnemen, moesten reconvalescenten, die nog niet in staat zijn om te werken, worden ontslagen en naar Singapore worden geëvacueerd.

Ingrijpende veranderingen of uitbreiding van het bestaande hospitaal kunnen voorloopig niet gedaan worden, aangezien