In het afgeloopen jaar was de gezondheidstoestand, vergeleken bij het vorige jaar, ongunstig door het uitbreken van cholera en dysenterie.

In de afdeeling werden in 't geheel 1489 menschen door cholera aangetast; hiervan overleden 893.

De gegevens omtrent dysenterie hebben, als minder betrouwbaar, geen waarde.

Mazelen kwam wel voor, doch zoo goed als uitsluitend van elders geimporteerd.

Beri-beri werd drie keer waargenomen en wel bij twee Arabieren en bij eene Chineesche vrouw.

5 Lepralijders werden in observatie genomen. Bestond er gelegenheid tot opname in de leproserie te Kemang Pompong en wenschten de patienten die opname, dan werden zij daarheen gebracht; anders werden zij met verband en medicijnen naar hunne kampongs teruggestuurd, met verzoek aan den Controleur, om hen zoo mogelijk in de kampongs af te zonderen. In Kamang Pompong overleden 7 lijders en werden er 3 opgenomen, zoodat de sterkte thans bedraagt: 12 vrouwen, 11 mannen en 1 kind, totaal 24.

Pokken kwamen niet voor, wel eenige gevallen van waterpokken in Palembang, terwijl uit de Koeboestreek enkele gevallen van mazelen werden bericht.

Besmettelijke oogziekten zijn niet waargenomen.

Lijders aan venerische ziekten, daaronder ook begrepen syphilis, werden in het hospitaal behandeld ten getale van 69. Daarvan hadden 61 syphilis, 6 urethritis en 2 ulcera mollia.

Verwondingen kwamen voor ten getale van 68 en wel bij ééne Europeesche vrouw en 67 Inlanders, waaronder twee vrouwen. Zij kunnen verdeeld worden als volgt: Schotwonden 2

Overige verwondingen 52

Verwondingen door ongevallen 14.

Onder de laatste: drie door tijgers en slangen veroorzaakt.