Of het aan toeval moet worden toegeschreven, dan wel aan de gunstige werking van het vaccin, laat ik in het midden, maar toch acht ik het volgende feit belangrijk genoeg, om hier mee te deelen. Van drie patienten, die in naast elkaar liggende cellen werden verpleegd, was de middelste gevaccineerd; eerst kreeg zijn linker buurman cholera en overleed, eenige dagen later de rechter buurman, die ook succombeerde, terwijl de gevaccineerde vrij bleef.
Ook op de gewone zalen werd een gedeelte der patienten ingeënt. Van deze werd niemand aangetast, terwijl herhaaldelijk van de niet-gevaccineerde lijders personen aan cholera bezweken. Een statistiek hiervan te leveren is mij door de vele mutaties onmogelijk.
In Augustus werd het heele Europeesche en Inlandsche personeel met gezinnen, te zamen ruim 40 personen, gevaccineerd. Slechts één persoon, de man van een der baboes, die ook in het hospitaal woonde, wist zich aan de vaccinatie te onttrekken. Deze is de eenige, die door cholera werd aangetast, en overleed.
Daar in 't laatst van Maart weer verscheidene gevallen van cholera voorkwamen in het hospitaal, heb ik allen zonder uitzondering gevaccineerd c. q. gerevaccineerd, terwijl ik sedert twee maal per week de nieuw ingekomen lijders inent. Sedert is nog éen geval van cholera voorgekomen bij een krankzinnige vrouw. De eerste verschijnselen traden op in het derde etmaal na de vaccinatie, terwijl de patiënt in het vijfde etmaal overleed, dus binnen den tijd, dat de immuniteit kan optreden.
Nooit heb ik eenigen ongunstigen invloed van de vaccinatie op het verloop van eenige ziekte gezien, wel daarentegen zag ik verschillende malen bij chronische buiklijders eene gunstige verandering.
Weltevreden, 18 April 1911