„Sachen darinnen, welche eben so wahr sind, als die Obser„vationes Botauicae, welche D. Jacobi Breijnii Cent. I. „Exot, angehanget worden. Was solte man wol vor Ob„servationes auff der Japponisclien Reist machen können „wo alle wie Gefangene tractiret werden, und nicht ausz „dem Hause gehen dörffen? Dasz er sich aber des grossen „Kaijsers allda Archiatrnm nennet, ist wol Lachens wehrt, „indem er denselben niemahlen mit Augen gesehen, ja „wider die Qesetze solches Reiches lauffet, sich eines „Christens Artzneijen zu bedienen".
Hierop volgt in het „extract" bij Valentini:
„Mit ehistem werde einen Tr. von der Chineser Method „herausz geben, darinnen sie alle Kranckheiten, saint deren „Ursachen ausz dem Pulsz, vermittelst des Umblauffs des „Geblüts, oder Circulatione Sanguinis (welche ihnen „schon über 1000 Jahr zum Fundament gedienet hat) he„rausz geben (sic), welcher bisz dahin durch D. ten Rhijne „und dessen Adhaerenten zu Ambsterdam supprimiret „worden, von dar ich solchen der Acad. Nat. C u r. zu„senden wollen".
De eerste passus, omtrent „ein gewisser Medicus allhier in Ost-Indiën", waarmede natuurlijk ten Rhijne bedoeld werd, zal uit Cleijer's brief van 20 December 1683 van uit Malakka stammen, want voorzoover mij bekend, heeft ten Rhijne „von diesem cauterio", dus over de Moxa, voor het eerst geschreven in zijn werk „de Arthritide etc", dat in 1683 te London en den Haag verscheen. Daar Cleijer 20 December 1683 te Malakka blijkbaar reeds in het bezit van dit boek was, en wij den benoodigden tijd voor de verzending van Europa naar Indië in die dagen, zeker wel op 6 maanden kunnen stellen, moet het (althans in een der beide edities) in het eerste halfjaar van 1683 het licht hebben gezien. Daarentegen zal de passus omtrent Cleijer's plannen betreffende de toezending aan het collegium nat. curios. van een tractaat (of transcript?) over de polsvoeling