„ieeren, en bereid zijnde van een ieder in mijn dwalingen „en gebreken onderrigt en verlicht te willen worden".

Dit verklaart het feit, dat bij Resolutie van 24 Juli 1691 door de Regeering werd besloten het aanbod aan te nemen van „seker Inlandse Doctor met name Care Jagera" van Makasser, „om de melaatsen op het eiland Purmerend te genesen". Hij had te voren twee particuliere lepralijders behandeld, en ten Rhijne en Uijlkens constateerden, dat hij bij deze twee personen wel succes had gehad. Zij oordeelden derhalve dat een proef met hem kon worden genomen, reden waarom eenige lijders op Purmerend „daartoe expresselijk" uitgekozen, onder zijne kuur werden gesteld. Hij zou rijkelijk worden beloond, indien goede resultaten werden verkregen. Den 14 Augustus 1691 begon de „Maccassaarsen doctor" zijn kuur, maar op 5 November d. a. v. bleek het den chirurgijns Uijlkens en van Heeden, dat de lijders zich bevonden in denzelfden staat als waarin „deselve aan hem zijn overhandigt, sonder eenige de minste „verandering te konnen sien, dan alleen dat seer swak en „van kragten berooft waren, en dat Sara van Macassar „was overleden; versoekende de rest seer instantelijck dat „met medicineren mogten uijtscheijden, en wilden liever de „saeck aan God bevelen dan langer soodanig gehandelt te „werden." In verband met dit „quaade" resultaat werd de kuur den volgenden dag gestaakt.

Dus, weder eene teleurstelling! En hoevele zouden, voor wat betreft de genezing der Lepra, nog volgen tot op den huidigen dag!

Intusschen zal het medegedeelde wel voldoende zijn bij den lezer de overtuiging te vestigen, dat ten Rhijne, ook na zijne assumptie in den Raad van Justitie, zich het lot der leprozen krachtig is blijven aantrekken. Daarbij werd hij steeds gesteund door den Gouv. Gen. Joannes Camphuijs, onder wiens bestuur het initiatief der hierboven vermelde pogingen tot genezing der leprozen werd genomen.