„blijkbaar een wit voetje bij de Regeering moeten hebben „gehad, wel kans zagen hem aan een beter baantje te helpen." Cleijer was nl. oom-zegger van Johannes Ammannus, een Bataviaasch procureur, bekend door het graven der Ammannus gracht.
In welk jaar Cleijer te Batavia kwam, is niet bekend; maar het eerst wordt van hem gewag gemaakt in het testament van de weduwe zijns ooms, d. d. 8 Juli 1664, waarbij met tenietdoening van een vorig testament, dat zich door gulheid ten opzichte van vrienden, verwanten, en een drietal aangenomen kinderen had gekenmerkt, door de Wed. Ammannus tot universeele erfgenaam werd benoemd „Sr. Andries „Kleijer, medicus licentiaat, in dienst der E. Compie, haeren „cousijn, jegenwoordich t' haren huijse woonachtich" (na„melijk op de Tijgersgracht). Zij is, zegt de notaris, geheel „blind, en kan daarom niet teekenen. Kort hierna overleed „zij (nl. 27 Augustus 1664). Het verband der zaken maakt „den indruk, dat zij geheel onder Cleijer's invloed is ge„raakt, en dat die invloed niemand dan hemzelf ten goede „kwam" (de Haan).
Den 15 December 1665 werd door de Regeering aan Cleijer op zijn aanbieding, voor den tijd van een jaar, opgedragen de levering van eenige met name genoemde chemische medicamenten ten behoeve van 's Comps- Medicinalen Winkel. Ongeveer een jaar later, nl. 31 Augustus 1666, zien wij hem bij wijze van proef benoemd tot Rector of Praeceptor van het op te richten gymnasium te Batavia; blijkbaar voldeed Cleijer, want 1 Januari 1667 werd zijn positie geregeld door toekenning van een tractement van 60 gulden per maand met 10 realen kostgeld.
Den 13 Mei 1667 liet Cleijer echter het rectoraat varen, omdat door het overlijden van Mr. Pieter van Bartem de plaats van opperhoofd van den Medicinalen Winkel vacant was geraakt. Op dien datum besloot de Regeering „over de medicijnwinckel van 't casteel te stellen, Andries