koppen, waren er op de reis niet minder dan 101 overleden (').
Ten Rhijne zelf had op de reis ook aan „Pestilentiale •koorts" geleden; hij deelt dit mede in zijne „Verhandelinge" op bldz 139, onder aanteekening, dat hij daartegen met vrucht gebruik had gemaakt van de Trochisci de Viperis van Monsr. Charras in ruime doses, waardoor rijkelijke zweetsecretie werd opgewekt „daar wel een geheele ver„swackinge, maar tegelijk een ontlastinge van dat venijn, „en dagelijkse vorderinge tot gesontheijt op volgde".
Het lijdt weinig twijfel of deze „heete infecterende", „pestilentiale" koorts, die de opvarenden van de Ternate gedurende de reis teisterde, en waaraan meer dan een derde hunner stierf, zal in hoofdzaak de vlektyphus geweest zijn, voorheen genaamd Febris putrida maligna seu petechialis of Blutskoorts, waarvan men in de journalen der scheepschirurgijns uit de 17de en 18de eeuw soms meesterlijke beschrijvingen aantreft (2).
De typhus exanthematicus (vlektyphus, leger- en scheepstyphus) kwam destijds, zooals bekend, herhaaldelijk, zoowel in Nederland als in de overige landen van Europa epidemisch voor, en het behoeft geen verwondering te baren, dat de opvarenden der schepen van de O. I. CoMPie meermalen een ruim contingent slachtoffers aan deze kwaadaardige infectie leverden, indien men in aanmerking neemt welk
(') Het Dagh-Register geeft van de opvarenden van de „Ternate" de volgende specificatie, nl.: „152 zeevaerende, 106 militairen, 5vrou„wen ende 10 kinderen, waarvan er op de reijse zijn overleden: 51 „zeevaerende, 47 militairen, ende 3 vrouwen".
(') De naam „Blutskoorts" dankt deze ziekte, naar ik vermoed, aan de omstandigheid, dat de huid tusschen de petechiën niet zelden diffuus rood en eenigszins gezwollen is, waardoor de petechiën iets beneden het niveau van de huid komen te liggen. Volgens C. Tuinmans „Nederduitsche Spreekwoorden" Middelburg 1726, 1ste deel, bldz. 135) is een „bluts" een „ingebogen holligheid", een „buil'' is een „uitpuilende hoogte"'. Van daar het oude spreekwoord „Men moet de bluts tegen de buil stellen".
10