ad Jacobum Breynium transmissarum" (Danzig 1678).

„Dissertatio de arthritide, mantissa scliematica de acupunctura, orationes tres de chymiae et botanicae antiquitate et dignitate, de pliysiognomia, et de monstris" (Londen und Haag 1683, Leipzig 1690).

„Verhandelinge van de Asiatise Melaatsheid" (Amsterdam 1687).

Biographie méd. Vil, pag. 6.

Banga. — van der Aa."

Aan bovenstaande opgave van ten-Rhijne's werken moet nog worden toegevoegd een door hem geschreven „vluchtige schets" van de Kaap de Goede Hoop en de aldaar wonende Hottentotten, welk geschrift nog het meest heeft bijgedragen zijn naam in het buitenland, zelfs tot op heden, bekend te maken. Wij komen nog op deze schets terug; zij verscheen onder den titel van „Schediasma de promontorio Bonae Speï, ejusque tractus incolis Hottentottis" in 1686 te Schafhausen, bezorgd en met korte aanteekeningen voorzien door Henri Screta, geneesheer aldaar. Van deze „Schediasma" moet destijds ineen der Engelsche journalen eene vertaling zijn verschenen; ook van ten Rhijne's andere geschriften komen in de wekelijksche Engelsche „Memorialen" van dien tijd vertalingen voor.

In verschillende werken van den vruchtbaren schrijver Stephanus Blankaart te Amsterdam vindt men verder uittreksels of vertalingen van ten Rhijne's geschriften, zoo b.v. aan het slot van Blankaart's „ziekten der kinderen" (1684) de „observatiën" van ten Rhijne aangaande de Japansche kamfer; achter Blankaart's „Verhandelinge van het Podagra" (Amsterdam 1684) de beschrijving door ten Rhijne van de „Chineese en Japanse wijze om allerlei ziekten door het branden van Moxa en het steken met een goude naald zekerlijk te genesen"; en ten slotte in Blankaart's „Verhandelinge van de Franse of Spaanse pokken" (verschillende uitgaven tusschen 1684 en 1710)