op karbouw overgeplant, de vaccine zeer spoedig degenereert, levert zij prachtige oogsten op, indien zij bovengenoemden cyclus doorloopt. Het telkens veranderen van voedingsbodem is voor de vaccine blijkbaar van gunstigen invloed.

In de wijze van stalling en de verdere behandeling der ingeente dieren is in het afgeloopen jaar geene verandering gebracht, zoodat hiervoor naar vorige Jaarverslagen kan worden verwezen.

Verkregen hoeveel- Gedurende het jaar 1910 werden heid vaccine. voor de vaccineproductie gebruikt 23 kalveren en 156 karbouwen.

De kalveren leverden in het geheel op 275.050 Gram vaccine of gemiddeld, per kalf 13.2 Gram, terwijl van de karbouwen totaal 12859,05 Gram vaccine werd verkregen, of gemiddeld 82.4 Gram per beest.

In het geheel werd dus ruim 12 KG. vaccinepulpa geproduceerd.

Van de 23 gebruikte kalveren leverde 1 beest in het geheel geen entstof op, doordat de oogst geheel mislukte; bij de overige wisselde deze tusschen 2,5 Gram en 25 Gram. Van de 156 karbouwen mislukte de oogst bij 2'dieren, terwijl bij de overige de productie schommelde tusschen 19 Gram en 157 Gram.

Toebereiding en ver- De wijze van verzending der vaczending der vaccine, cine, zooals die in de beide vorige Jaarverslagen uitvoerig is beschreven, waarbij de entstof in geconcentreerden vorm wordt verstuurd, en door de vaccinateurs zelf kort vóór het gebruik met tevens toegezonden, afgemeten hoeveelheden glycerine wordt verdund, heeft ook nu weder evenals vroeger zeer goed voldaan.

In het afgeloopen jaar zijn eenige proeven genomen om na te gaan, of het drogen der vaccinepulpa voor het behoud van de virulentie werkelijk zóó gunstig is, dat het aanbeveling zou verdienen, deze wijze van conserveering te