In zooverre draagt het werk een locaal karakter. Trouwens, dit wordt door de schrijvers zelf vermeld: zij willen alleen geven, wat zij zelf noodig hadden bij hun werken in tropisch Afrika en Azië.

Ik geloof niet, dat het noodig is, hier een bepaalde critiek te geven, die trouwens, daar het werk ruim 1200 bladzijden groot is, allicht te veel plaats zou innemen. Alleen wil ik opmerken, dat bij de protozoa wel eens dingen als vaststaande zijn vermeld, die nog zoo heel zeker niet zijn, en dat de klinische beschrijvingen hier en daar aan volledigheid te wenschen overlaten, terwijl de schrijvers het wel eens bepaald mis hebben, waar zij zaken vermelden uit niet-Britsche gebieden. Zoo zal — om een enkel voorbeeld te noemen —wel niemand accoord gaan met de mededeeling, dat de mortaliteit van beri-beri op Sumatra 60-70, en op Java 2-6 % is.

De text wordt verduidelijkt door een aantal gekleurde en zwarte platen, van welke de eerste voor het meerendeel slecht, de laatste vaak goed zijn.

Dr. B. Scheube. Die Krankheiten der warmen LaNDER. vlerte auflage 1910.

De derde druk van dit bekende, veel gebruikte werk is van 1903. Het spreekt dus wel van zelf, dat er heel wat aan is toegevoegd: S. heeft ook thans weer getracht een „knappe, aber erschöpfende Darstellung der Krankheiten der „warmen Lander" te geven; een voldoend volledig literatuuroverzicht maakt het naslaan der bronnen zeer gemakkelijk.

Toch moet ik bekennen, dat deze nieuwe druk mij niet in alle opzichten zoo goed v-oldoet als de vorige. Of het komt, dat ikzelf in verschillende quaesties een ander standpunt inneem dan vroeger, dan wel, doordat Scheube reeds zeer lang in Europa vertoeft, en daardoor er niet meer zoo „in" zit, weet ik niet. Dit is echter zeker, dat ik bij het doorlezen hier en