In de discussie zegt Dr. Swellengrebel o.m. „dat het „niet vaststaat, dat al de door Elders als parasitische „protozoën beschreven vormingen ook werkelijk protozoën „zijn, daar zijn waarnemingen alleen op de studie van gefleurde praeparaten berusten".
De Heer Elders repliceert.
De Heer van Loghem maant tot voorzichtigheid om bij het vinden van protozoën daaraan pathogene beteekenis toe te kennen. Het is bij protozoën, evenals zoo dikwijls bij bacteriën gebleken is het geval te zijn, mogelijk, dat zij secundair optreden, en er kan symbiose in het spel zijn.
De Heer van Loghem spreekt over van Rusland afkomstige clioleravibrionendragers te Amsterdam, naar aanleiding van eenige waargenomen gevallen bij schepelingen, afkomstig van schepen, waarop geen cholera was voorgekomen.
De techniek van het onderzoek en bacteriologische gegevens worden in extenso medegedeeld, waarvoor naar het origineel wordt verwezen.
K. D. J.