en niet van specifieken aard is en dat in de aetiologie dezer ziekte het eten van veel onrijpe manga een groote rol speelt. Met het grootste respect voor Castellani e. a. wil hij van de spirochaete pertenuis niets weten en is hij „obstinate enough to remain unconvinced".
Ciro, L. Urriola. Sur un nouveau siqne pathognomonique du paludisme. (Semaine médicale 191 l,p. 3).
Schr. vindt bij malaria constant zwart pigment in verschillende vormen in het bloed en vooral in de urine. Voor onderzoek van het eerste worden eenige druppels in een centrifugeerbuisje verdund met physiologische zoutoplossing en gecentrifugeerd gedurende 5 minuten. Men zoekt het pigment in het onderste gedeelte van het sediment. De urine wordt eenvoudig gecentrifugeerd. Men vindt in de urine meer pigment dan in het bloed. Soms moet men een paar praeparaten doorzien; men mag eerst na een halfuur zoekens tot afwezigheid besluiten. Men vindt het pigment in 4 vormen: 1° zeer fijne korreltjes, die bijna altijd in groepen liggen: 2° iets grovere korrels; 3° groote, polymorphe massa's; 4" korrels, ingesloten in hyaline „plaques" of in leucocyten. Constant maar zeer spaarzaam ziet men ook blauw pigment, soms ook „pigment ocre". Bij tal van andere koortsige ziekten vindt men doorschijnende, gele, roode, sepia of zwarte massa's, maar deze zijn niet koolzwart of zwart als O. I. inkt, zooals het malariapigment. Het voordeel van dit onderzoek boven de parasiet is dat het pigment constanter voorkomt.
Nocht und Werner. (Deutsche med. Wochenschr. 1910 No. 34). Werner. {Deutsche med. Wochenschr. 1910 No. 39). Das Ehrlich-Hata Mittel 606 bei Malaria.
Behandeld 22 gevallen (11 tropica, 11 tertiana). Conclusies: 606 is een zeer werkzaam antimalaricum.