spoedig dicht gegaan en kleiner geworden zijn, doch na bijna drie weken nog zeer duidelijk aanwezig waren en zeker, indien ik dadelijk een Hg. behandeling ingesteld had, minstens even sterk of nog meer teruggegaan zouden zijn.
In een tweede geval ging het evenzoo. Ook daarin was 14 dagen na de injectie van 0,5 salvarsan het infiltraat alles behalve verdwenen. Wel waren in beide gevallen na eenige dagen in het serum van de sklerosen geen spirochaeten meer te vinden. Ik hecht daaraan echter geen bijzonder groote waarde. Datzelfde gebeurt toch ook, wanneer men, zooals ik in den laatsten tijd doe, dadelijk na het vinden der spirochaeten een kwikbehandeling instelt. De hoofdzaak is, hoe het verder verloop is. In mijn gevallen is de tijd van waarneming nog te kort om daaromtrent nog iets te kunnen zeggen, doch waar wij weten, dat bijna al degenen, die salvarsan aangewend hebben, waargenomen hebben, dat de spirochaeten spoedig niet meer gevonden worden, maar, dat recidieven of algemeene erupties, zooals reeds voldoende bekend is, niet uitblijven, dan komt daaraan maar een geringe waarde toe. Het lang bestaan blijven van het infiltraat lijkt mij geen gunstig teeken ).
In een geval van framboesia tropica was de werking ook gering.
De eerste persoon, dien ik er mede behandelde, een Inlandsche man van 30 jaren, ontvluchtte denzelfden nacht met medeneming van de kleeren der inrichting. De tweede, een Inlandsch jongetje van 10 jaar, bleef gelukkig langer. Hij vertoonde talrijke fraaie knobbels, voornamelijk op het gezicht en de wenkbrauwen. Den 25 Januari kreeg hij een injectie van 0,3 salvarsan-* De temperatuur bleef goed, zwelling en pijn waren betrekkelijk gering. De knobbels
Deze patiënt, die 31 Januari 11. het salvarsan subcutaan kreeg, vertoonde op 22 Februari d.a.v. een fraai papuleus syphilide.