cul. inj. duurde deze immuniteit 30 dagen, bij intraveneuse slechts 4. Bovendien is de intraveneuse injectie van een dergelijk giftige stof als het salvarsan natuurlijk veel gevaarlijker en eischt veel meer voorzorgen — terwijl het verwaarloozen van een enkele, groote nadeelen na zich kan slepen —, dan de subcutane of intramusculaire inspuiting. Na de eerste heeft men dan ook zien optreden koorts, koude rillingen, braken en diarrhee. Wel heeft men ook na de laatste onaangename nevenwerkingen gezien, bestaande in infiltraten, abscessen en necrosen, doch deze zijn volgens de ervaringen van Wechselmann bij ongeveer 1400 lijders uitzondering en bijna altijd onschadelijk.
Wel zegt Ehrlich, dat zijne methode veel werkzamer is dan de andere, doch het feit, dat hij zelf in den laatsten tijd aanraadt om eenige dagen na de intraveneuse een subcutane injectie te doen volgen of om daaraan een kwik>(uur aan te sluiten, bewijst genoeg, dat de werkzaamheid van die eerste ook alles behalve afdoende is.
Recidieven komen bij beide aanwendingswijzen voor en Géronne te Wiesbaden vond zelfs bij 71 gevallen, die hij 3 maanden lang kon vervolgen, 22 recidieven. Ik kon niet vinden of hij intraveneus of subcutaan had ingespoten. Wechselmann, die bijna uitsluitend subcutaan heeft behandeld, vond zeer weinig recidieven. Om al de genoemde redenen zult u het wel begrijpelijk vinden, dat ik mij van de subcutane aanwending heb bediend, vooral nu deze door de door Wechselmann ingevoerde toepassing van neutrale suspensies voor de patienten nagenoeg onpijnlijk is geworden. Ik heb die bereid volgens het voorschrift, zooals dat bij in den handel gebrachte buisjes wordt aangegeven. Om niet te groote hoeveelheden in te moeten spuiten, gebruik ik daarbij niet meer dan 5 ccM. water.
Wanneer ik het waag, reeds thans uwe aandacht te vragen voor de door mij behandelde gevallen, dan moet ik beginnen met u mede te deelen, dat het door mij behandelde