Soemenep. De regenval bedroeg: 2972 mM. in 104 dagen: de grootste , hoeveelheid regen viel in November (373 mM. in 12 dagen). Over het algemeen was het een nat jaar, zoodat b. v. het aanmaken van zout totaal mislukte. In de kentering en in het begin van den oostmoesson woeien hevige oostenwinden.

De sterkte der bevolking was: Europeanen 324, Chineezen 1292, Arabieren 1180 en Inlanders 334038.

De gezondheidstoestand in het afgeloopen jaar mag goed genoemd worden. Epidemische ziekten kwamen niet voor, behalve pokken, waarvan 1104 gevallen gerapporteerd zijn, met 79 overledenen.

Malaria en venerische ziekten kwamen sporadisch voor; geen van beide gaven aanleiding tot het nemen van maatregelen, behalve dat in December in de onderafdeeling Doengke eene kleine malaria-epidemie optrad, die met chinine-tabletten met goed succes bestreden is.

Twee gevallen van typhus abdominalis werden behandeld, waarvan één met doodelijken afloop.

Buikziekten kwamen ook weinig voor.

Beri-beri werd ééns geobserveerd.

In de verschillende ziekeninrichtingen zijn in het afgeloopen jaar behandeld: 473 zieken, waarvan 189 in de ziekenzaal van de Barisankazerne, 151 in de Inlandsche ziekeninrichtingen en 133 in de gevangenis; daaronder zijn 143 gevallen van malaria, 104 met verschillende wonden, 2 met schotwonden, 35 gevallen van scabies, 24 gevallen van venerische ziekten (daaronder 1 syphilis inveterata), 39 gevallen van ulcera, één geval van beri-beri, en de rest aan verschillende andere aandoeningen.

Van de verwonden zijn overleden 6, waarvan 1 aan tetanus, 1 aan verbloeding uit een steek in de lever, 3 aan perforatieve peritonitis en 1 aan uitputting.