Blitar. Koortsen kwamen ook in dit jaar weinig voor; de malariagevalien droegen een goedaardig karakter.
Choleragevallen traden niet op.
Ook lepra werd zeer sporadisch gezien; een enkel geval werd op de poliklinieken door de wedono's voorgebracht, de meeste gevallen bleken dan geen lepra te zijn.
Pokken kwamen sporadisch voor, verspreid over de geheele afdeeling. Tweemaal deden zich — met eene tusschenruimte van eenige maanden — enkele pokkengevallen in de gevangenis voor, één met doodelijken afloop.
Besmettelijke vrouwenziekten werden ook in dit jaar in vrij grooten getale waargenomen.
Ngandjoek. De algemeene gezondheidstoestand was weder bevredigend.
Cholera, beri-beri en diphtheritis kwamen niet voor.
Pokken kwam voor in 9 gevallen met 1 sterfgeval.
Door isoleering en ruime herinenting werd uitbreiding dezer ziekte met succes tegengegaan.
Als drinkwater wordt hier gebruikt artesisch put- en bronwater.
Malaria kwam vrij veel voor, evenals in vroegere jaren; er zijn kininetabletten gratis verstrekt, die hier gaarne genomen werden.
Eén geval van typhus bij een Europeaan kwam onder behandeling; dit geval verliep doodelijk. Framboesia, andére huidziekten en oogziekten, vooral trachoom, kwamen veel voor.
Lepra was hier bekend in 11 gevallen.
Deze lijders werden door het Bestuur afgezonderd gehouden. In dit jaar werden 10 lepralijders naar Semarang opgezonden, ter opname in het Ieprozengesticht te Pelantoengan.
Van slangen- en dollehondsbeten werd niets vernomen.
De sterkte der bevolking bedroeg: Europeanen 144, Inlanders 165182, Chineezen 1199.