verzinsels te baat genomen, om Ferran in een hoek te dringen, en Gamaleya te kunnen bekronen. Men krijgt den indruk uit de genoemde Fransche vertaling, dat Ferran het slachtoffer werd van nepotisme; zijn cultures waren goed, het laboratorium voldeed aan de toenmaals testellen eischen; toch is door de Fransche en Duitsche pers nooit daarover gerept.
De Heer Nijland wil met genoegen terugnemen, wat hij over Ferran heeft gezegd; wat de Heer de Haan vertelde, wist hij niet, en heeft daarover niets gevonden.
De Heer van Buuren vraagt, nu de Heer de Haan gezegd heeft tegen den choleravaccinatiedwang te zijn, welk standpunt hij inneemt tegen de pokkenvaccinatie, waarop geantwoord wordt, dat hij vóór de pokkenvaccinatie is, omdat tegen cholera een persoonlijke prophylaxe bestaat, die tegen pokken ontbreekt.
Toch is in de cholera een belangrijk gevaar gelegen, zegt de Heer van Buuren. Verder deelt de Heer de Haan mede, dat de cholera-entingen niet zoo onschuldig zijn; de menschen worden erdoor arbeitsunfahig, hetgeen bij pokken niet geschiedt. Waar is, dat er nog nooit iemand aan gestorven is; prof. Holst uit Christiania deelde hier aan spreker mede, dat hij van een pestvaccin-inspuiting erg ziek geweest is.
De Heer Nijland zegt, dat in de hem ter beschikking gestaan hebbende literatuur pertinent opgegeven is, dat men niet belangrijk ziek wordt door een cholera-enting.
De Heer de Haan noemt de ziekteverschijnselen: hoofdpijn, diarrhoe; men maakt hierdoor de menschen ziek, zullen de Inlanders zeggen.
De Heer Nijland: In c;n streek waar cholera komt, wordt 20 °/0 ziek, in een niet gevaccineerde streek is het morbiditeitscijfer veel grooter (80 %)• Dat pokkenvaccinatie niet arbeitsunfahig maakt, wil hij wel gelooven, want het zijn kinderen; volwassenen worden wel ziek, zoodat de ver-