De Inlandsche pate., van wie dit praeparaat afkomstig is, werd den 29 Maart per laparotomiam geopereerd, en is sedert volkomen hersteld uit de behandeling ontslagen. Microscopisch bleek de tumor een fibroom te zijn; de cysten gevuld met geelachtig vocht, waren niet bekleed met endotheel, hetgeen uitsluit, dat ze ontstaan zouden zijn uit klieren, zooals dit een enkele maal is gezien; bovendien zijn die cysten dan vlak onder de mucosa gelegen. Door bloeduitstortingen kunnen ze ook niet veroorzaakt zijn; elk spoor van bloedpigment in den cystewand, dat toch in dergelijke gevallen wordt aangetroffen, ontbreekt; lymphangiomen zijn met endotheel bekleed. Het ontbreken van endotheel en bloedpigment wijst op een andere genese; spreker stelt zich voor, dat deze cysten uit weefselspleten door verbreeding daarvan ontstaan zijn. Als bizonderheid wordt nog vermeld, dat de tumor zoo breedbasig was, dat eerst de baarmoeder supravaginaal moest worden geamputeerd; toen daardoor ruimte verkregen was, kon de rest met de portio vaginalis verwijderd worden.

De Heer Noordhoek Hegt vraagt, op welke wijze en waardoor de verbreeding der weefselspleten zou zijn ontstaan. Hij zou de verklaring van den Heer van den Vrijhoef accepteeren, als de cysten kleiner waren.

De Heer de Haan deelt mede, hoe in weeke fibromen vaak cysteuse ontaardingen worden aangetroffen; deze tumor was niet overal even vast; misschien is er myxomateuse degeneratie in het spel geweest, misschien ook is de spleetverbreeding afhankelijk van mechanische verhoudingen.

Gewone vergadering op 19 Mei 1910 des avonds ten 9 ure in de leeraarskamer der S. t. o. v. i. a.

De voorzitter deelt mede, dat de Heer Sitsen het microscopische praeparaat, afkomstig van de tumor, door den Heer van den Vrijhoef op de vorige vergadering gedemonstreerd, nog eens heeft doorgezien en daarin vond in