een geïnvagineerde darm bleek te zijn; operatie werd geweigerd. Het geïnvagineerde stuk werd later per rectum afgestooten ; het kind genas.

De Heer Utermöhlen doet een mededeeling over de beteekenis der tonsillen (voorkomende in het Archiv für Laryngologie); de lymphbanen van den neus en bovenste pharynx verloopen daarheen; hypertrofie der tonsillen zou afkomstig zijn van chronische ontsteking, veroorzaakt door een proces in het cavum pharyngo-nasale.

De Heer de Haan zegt, dat deze opvatting niet nieuw is; reeds in een der eerste nummers der Geneeskundige Bladen, jaren geleden verschenen, is dit uiteengezet.

Gewone vergadering op 17 Februari 1910 des avonds ten 9 ure in de leeraarskamer dei S. t. o. v. z. a.

De Heer Borger brengt ter sprake de methode van Burri voor het onderzoek naar spirochaete pallida, van welke methode een beschrijving heeft gestaan in een der laatste nummers van het Münchener Medizinische Wochenschrift. Men mengt nl. op een objectglas het te onderzoeken secreet met een druppel gewone Oostindische inkt, die in den handel in fleschjes verkrijgbaar is; nadat het praeparaat aan de lucht gedroogd is, wordt het bekeken met olieimmersie. De spirochaeten, en alle bacterien ziet men lichtend op het donkere veld van de inkt, hetgeen maakt, dat men binnen 1 a 2 min. het praeparaat kan hebben doorzocht. Als de beschrijving waar is, verdient de methode aanbeveling, omdat ze zoo eenvoudig is; ze maakt een Dunkelfeld-apparaatoverbodig; de methode van Giemsa is tijdroovend. Spreker zal trachten het op de volgende vergadering te demonstreeren.

De Heer Ouwehand vermeldt een geval van syphilis, als bewijs, dat de klinische verschijnselen dezer ziekte niet altijd voor de diagnose voldoende zijn. Een matroos vertoonde nl. een pokkenachtig uitslag, bestaande uit kleine papels aan romp en voorhoofd, waarop een blaasje; sommige