Verslag van het wetenschappelijk gedeelte der vergaderingen van de Vereeniging tot Be* vordering der Geneeskundige Weten= schappen in N. I., te Batavia gehouden in 1910.

Gewone vergadering op 20 Januari 1910 des avonds ten 9 ure in de leeraarskamer der S. t. o. v. i. a.

Daar niemand voor een mededeeling het woord verlangt, begint de heer de Haan met het vestigen van de aandacht op de onderzoekingen van Landsteiner, Levaditi en Römer in München, betreffende de poliomyelitis acuta anterior, die tegenwoordig in Europa epidemisch voorkomt. Genoemde onderzoekers zijn erin geslaagd, door intracranieele enting van ruggemerg van aan de poliomyelitis ac. anterior gestorvenen, bij apen het typische ziektebeeld te doen ontstaan met dezelfde anatomische afwijkingen; bovendien gelukte het met het ruggemerg dier apen weer andere apen te infecteeren, die dan hetzelfde ziektebeeld en dezelfde pathologische veranderingen van de voorste hoorns vertoonden. Konijnen en caviae weerstaan de infectie; deze dieren bleven volkomen gezond. Het is niet gelukt, het virus nader te definieeren; kweeking op kunstmatige voedingsbodems bleef zonder resultaat; uit het feit, dat het filtraat van de ruggemergemulsie ook nog infectie te weeg brengt, wordt besloten, dat de microben te klein zijn, ofh door het microscoop te worden waargenomen. De voorzitter zegt, dat poliomyelitis acuta anterior ook in Indië voorkomt, en vraagt den Heer Koolemans Beynen of dit vaak geschiedt?

De Heer Koolemans Beynen antwoordt, dat hij onder