Kritieken en Referaten.
Dr. J. Thézé. Note sur le béribéri a Poulou Condore (Cochinchine) en 1906. Annales d'Hygiène et de Médicine coloniales 1910, No. 1.
In 1906 heerschte in de strafgevangenis te Poeloe Kondor evenals i-n de vorige jaren in hevige mate „beriberi". De sterfte aan beriberi had in de eerste 4 maanden slechts 7 bedragen, doch na 10 Mei was zij sterk toegenomen, zoodat van 10 Mei tot 15 Augustus het aantal sterfgevallen ten gevolge van beriberi 105 was. Hierdoor bereikte de sterfte aan deze ziekte over de eerste 7 maanden van dat jaar 20%, terwijl de totale sterfte over hetzelfde tijdperk 22,4 % bedroeg.
Toen in Augustus de epidemie in haar volle kracht woedde, werd overgegaan tot het verstrekken van onafgewerkte (roode) rijst.
Tot Augustus waren uitgebreide desinfectiemaatregelen genomen. Men had wekelijks de plafonds en de muren gewit, dagelijks versche koolteer aangebracht, de vloeren met 5°/o kopersulfaat besproeid, de grootste zindelijkheid in bedden, zalen en privaten in acht laten nemen onder streng toezicht, doch alles zonder eenig resultaat.
In het hospitaal waren allerlei middelen ter behandeling der lijders toegepast: arsenikverbindingen, salol, santonine, thymol, purgativen, alles zonder dat het de sterfte verminderde.
In het midden van de maand Augustus werd op grond van de goede resultaten in den Maleischen Archipel en in de gevangenis te Saigon met dat régime verkregen, overgegaan tot de verstrekking van roode (onafgewerkte) rijst.