Over de middelen, die moeten worden aangewend, om dat lijden en zijne gevolgen zooveel mogelijk weg te neinen, is het hier niet de plaats nader uit te wijden; alleen wil ik de opmerking maken, dat het mij toeschijnt, dat de genoemde commissie in deze te optimistisch gestemd is.

INTERNE ZIEKTEN.

Infectie- In dit jaar behandelden wij 85 pat., lijdende ziekten, aan longtuberculose. Hoewel dit aantal, tot dusverre het grootste, dat wij behandelden, verre blijft beneden dat in Europeesche ziekenhuizen, toch deed hun aard voor deze niet onder. Van de 27 pat., die wij in het ziekenhuis opnamen, stierven er 10; op hun verzoek werden 6 ontslagen, die liever hun einde te midden van hunne familieleden wilden afwachten, en 10 verlieten ons, wel verbeterd, maar door hun ongunstige levenscondities, met een infauste prognose. Bij de Javanen werkt alles mee, om de tuberculose heer en meester van haar terrein te laten. Evenals vorige jaren, zoo frappeerde het ons ook wederom dit jaar, dat nachtzweet bij den Javaanschen phthysiker niet voorkomt.

Schreef ik in mijn verslag over 1906, dat in de meeste gevallen van typhus abdominalis recidieven optraden, niettegenstaande voor diëetfouten zeer gewaakt werd, dit jaar was dit slechts bij twee onzer patienten het geval. Een dezer recidieven onderscheidde zich hierdoor, dat hoewel het met lichte temperatuursverhooging begon, deze gedurende het geheele verloop normaal bleef; slechts psychische afwijkingen traden op den voorgrond.

20 December 1908 werd een pat., een meisje van ± 14 jaar, op de kinderzaal opgenomen, wegens een acute conjunctivitis. 24 December begon zij te febriciteeren, tot 29