hiermee 13 patienten op onze polikliniek. Twee patienten behandelden wij wegens lupus, en acht patienten met tuberculeuse ontsteking van beenderen en gewrichten; vorige jaren deden deze zich niet aan ons voor. Van tuberculos. pulmon. et laryngis waren er dit jaar 85 gevallen, tegen 53 in 1908. (Zie verder onder hoofd Infectieziekten.)

Huid, cel- Dit jaar heb ik voor de eerste keer een geweefsel etc. val gangreen met doodelijken afloop gezien. Tegen de secundaire infectie, die bij gangreen optreedt, is een Javaan uiterst „widerstandsfahig" zoo goed als nooit, komt het tot eene algemeene infectie, uiterst zelden tot verlies van een lichaamsdeel: tot dusverre heb ik hiertoe slechts eenmaal behoeven te adviseeren en dat, waar hier op dit gebied over een uitgebreid materiaal te beschikken valt. Hiertegenover staat het betrekkelijk veelvuldig voorkomen van noma; dit jaar zagen wij wederom twee gevallen, beide verliepen letaal.

Huid- Framboesia tropica is een van de meest ziekten, frequent voorkomende huidaandoeningen. Sulf.

cupri, met of zonder een algemeene smeerkuur,

bracht binnen korten tijd het gewenschte succes.

y

Spijsverteerings- De opmerking, die ik onder het hoofd kanaal. nieuwvormingen maakte: „carcinoom zien wij uiterst zelden", geldt van den tractus intestinalis nog het meest; van carcinoma ventriculi heb ik hier nog geen gevai gezien. Hiermede houdt verband het zeldzaam voorkomen op onze polikliniek van ulcus ventriculi. Van maagbloeding zag ik eenmaal een twijfelachtig geval. In liet algemeen genomen vragen maaglijders zeer zelden onze hulp.

Appendicitis schijnt ook geen ziekte van Javanen te zijn;