Bijdrage tot de kennis der thoracoplastiek wegens verouderd pleuraempyeem,

door

Dr. ROBERT LESK, Off. v. Gezd.

De stelling van Kocher: „Verouderde pleuraempyemen mogen volstrekt niet meer voorkomen, aangezien iedere medicus, chirurg of internist tegenwoordig weten moet, dat slechts bij tijdige, grondige ontlediging eene volkomen genezing te verwachten is en dat een chirurg voor het voorkomen der gevaren kan instaan", moet volgens Rosenbach e.a. gewijzigd worden; deze toch zegt, dat bij eene door operatie gevormde pneumothorax dikwijls de opheffing van den tonus der longen, door te lange samendrukking en prikkeling tengevolge van de ontsteking, de uitzetting van de samengevallen long belet. Voorts wijst Jordan er nog op, dat het verloop van een empyeem in niet geringe mate beheerscht wordt door den toestand van de long bij het uitbreken der ziekte, voor zoover, dat een long met geringere elasticiteit (emphyseem) reeds door een kortdurende samendrukking haar vermogen tot uitzetten verliest, waardoor de vorming van de empyeemfistel ook bij de meest zaakkundige behandeling begunstigd wordt, en het tijdig uitvoeren der radicale operatie geïndiceerd is.

Waarschijnlijk hebben ook de soort en virulentie der etter veroorzakende stoffen van het empyeem invloed op de werkzaamheid van den nervus vagus, welke den tgnus