In de rechter lies zijn 3 gezwollen kliertjes te zien en te voelen; één boven, één op en één onderden Poupartschen band.

In de rechter okselholte voelt men een pakket verschuifbare lymphklieren, te zamen ter grootte van een duivenei. In de linker okselholte daarentegen slechts één klier van walnootgrootte.

Verder onderzoek toont alleen nog een ietwat vergroote lever en een flink vergroote milt aan.

De leucocyten van het bloed verhouden zich aldus:

Polynucleaire cellen 35 o/0

Lymphocyten 26.5 %

Eosinophile cellen 21 °/0

Mononucleaire cellen 16.5 %

Mastcellen 1 <y

Deze verhouding leert, dat het getal lymphocyten en mononucleaire cellen te zamen vergroot is, wat wel veroorzaakt zal worden door malaria, van welke ziekte de groote lever en milt een uitvloeisel zijn. Opvallend is het groote getal eosinophile cellen. Dit verschijnsel gaf mij aanleiding een druppel bloed onder het dekglaasje te onderzoeken. In een preparaat werd een levende embryo van filaria gevonden. Elk bloedpreparaat, des nachts gemaakt, gaf één, twee of meer zulke te zien.

In de urine, in het vocht uit de zwelling en geaspireerd met een spuitje werden nooit filaria-embryonen gevonden. Dit is dus een geval van adeno-lymphocèle.

Beschreven in het Geneeskundig Tijdschrift zijn: 4 gevallen van elephantiasis,

4 „ „ chylurie,

1 geval van chylothorax en 3 gevallen van hydrocèle met filaria-embryonen.

Ter aansluiting aan deze verdient dus de vermelding van dit geval van adeno-lymphocèle.

Nog wenschte ik hieraan toe te voegen enkele opmerkingen over elephantiasis.