Verklaring der platen.
fig I. Een patiënt op de tafel bevestigd met koker in situ.
II. Groote solitaire steen.
,, III. Groote peervormige blaassteen en kleinere prostaatsteen.
Met de steensonde werd alleen de prostaatsteen gevoeld. Deze verstopte het lumen van de urethra en zat zoo vast, dat hij van de blaas uit slechts met zeer groote krachtsinspanning met een steentang kon verwijderd worden.
„ IV. Groote solitaire steen. De twee kleine vlekken links zijn z.g. bekkenvlekken. Bij de operatie werd het onderste deel van den linker ureter van uit de verlengde dwarssnee digitaal gepalpeerd met negatief resultaat. Een poging om na de operatie van dezen ureter met een mandrincatheter een radiogram te maken, mislukte.
,, V. Groote solitaire steen bij een jongen van ± 10 jaar. Met de sonde was dit kind niet te onderzoeken. Het rectaalonderzoek veroorzaakte zooveel pijn en spasmus, dat het geen bevredigend resultaat gaf. Bij de operatie bleek de steen in een hooge divertikel te zitten, zoodat hij waarschijnlijk met de sonde niet te voelen was geweest.
„ VI. Kleine solitaire steen.
Tjimahi, 15 September 1910.