door een veiligheidsspeld b. v. op het voorhoofd tot op het os frontis te prikken. Een Kochersche arteriepincet werd even boven de mamma op de huid gezet en de crémaillière geheel dichtgeknepen, zonder dat pijn werd aangegeven.

De tastgewaarwording was onveranderd.

De inspuiting had in dit geval plaats gehad tusschen 3den en 4den lumbaalwervel.

Nadat één keer opgezogen was, werd de spuit bijna leeggedrukt en toen nog eens opgezogen tot 5 c. c. Het vocht was iets bloederig gekleurd. Trendelenburgsche ligging had niet langer dan 10 minuten geduurd.

Deze wijzigingen in de techniek zijn bij de andere gevallen ook wel eens voorgekomen, doch zonder zulke éclatante gevolgen, zoodat ik geloof, dat andere factoren in het spel zijn geweest, die we niet kennen. Ik kan deze algemeene analgesie tenminste niet verklaren.

Nadeelen, die op de lumbaal-anaesthesie zijn terug te brengen, zijn bij dit kleine aantal alleen die van zware hoofdpijn bij één patiënt. Met een ijskap was de hoofdpijn, die anderhalven dag duurde, echter dragelijk.

Eenmaal kon bij een zeer ouden man de subarachnoïdaalruimte niet bereikt worden, waarschijnlijk door ossificatie der ligmenta intervertebralia.

De voordeelen van deze wijze van pijnloos maken zijn vele. De techniek is eenvoudig. De toestand der geopereerden den dag van en na de operatie is veel aangenamer dan na de algemeene narcose. Voor Indië speciaal, waar het gebrek aan medische krachten het opereeren dikwijls moeilijk maakt, is één van de grootste voordeelen der ruggemergsanaesthesie, dat een narcotiseur overbodig is en dus een assistent uitgespaard wordt.