de eerste wel. Mijn aanteekeningen over het voorkomen van pneumonie zijn niet volledig, doch ik heb den indruk, dat er evenveel jonge als oude pneumonikers geweest zijn, zelfs een kind.

Na verwijdering der catheter a demeure werden de patienten behandeld met blaasspoeling en urotropine, totdat heldere urine werd geloosd.

De kortste ziekteduur was 14 dagen, de langste 2xj2 maand.

De eerste patienten werden geopereerd onder algemeene narcose of onder locaal-anaesthesie. Zes patienten werden geopereerd onder lumbaal-anaesthesie.

Pneumonie trad na deze lumbaal-anaesthesie 2X in zwaren vorm op. Zware hoofdpijnen kwamen IX voor. Hooge koortsen 3X. In deze 3 gevallen bleek malaria te bestaan.

Ook na aethernarcose en zelfs na locaal-anaesthesie traden malaria-aanvallen op, waarschijnlijk als gevolg van den ingreep, zooals men dat wel meer na andere traumata ziet optreden.

Bij de lumbaal-anaesthesieën hebben zich interessante feiten voorgedaan.

Ik heb zoo nauwkeurig mogelijk de techniek gevolgd door Rehn ') (op het laatste chirurgencongres) aanbevolen en tropococaïne gebruikt. Angesaugt werd ongeveer 5 c. c. Daar ik niet over een naald met obturator beschikte, heb ik dikwijls last gehad van verstopping van de naald door een weefselpropje. Kwam het propje bij het zuigen niet in de spuit, dan werd op een nieuwe plaats ingestoken. De insteekplaats varieerde van hetspatium intervertebrale tusschen lsten en 2den tot dat tusschen 4den en 5den lumbaalwervel. In alle gevallen trad duidelijk hypalgesie op. In de meeste gevallen zeer goede analgesie.

') Mittheilungen aus den Grenzgebieten bd. 19.