In weinige gevallen vertoonde het protoplasina van liet geïnfecteerde roode bloedlichaampje een duidelijk grofkorrelige structuur, (zie fig 7). Vaker kwam het voor, dat deze structuur nauwelijks was aangeduid en lag op de grenzen van mijn waarnemingsvermogen met '/]2 olie-immersie, oculair 2 of 4 (Zeiss) en verlichting door een witte wolk. Zeer dikwijls was echter, met deze hulpmiddelen althans, niets van de korrelige structuur te zien.
Bij den 48 uur ouden parasiet ontmoet men de vlekjes minder vaak. Het verschil in kleur tusschen de niet-geinfecteerde en enkele der geïnfecteerde bloedlichaampjes blijft echter bestaan met toenemenden ouderdom van den parasiet en ook de gelijkmatige korreling van het geïnfecteerde bloedlichaampje (zie fig. 7) schijnt bij de oudere parasieten wel een feit te zijn, maar is toch niet zoo duidelijk, als wanneer zij bij de jonge parasieten aanwezig is, te meer, daar er voor de waarneming hier slechts een smal strookje rood bloedlichaam overblijft.
c. Tropica. De vlekken van Maurer zijn na 10 min. kleuren meestal, na 20 min. kleuren altijd goed te zien, althans om de grootere ringen. Bij de allerkleinste ringen zag ik deze vlekken slechts zelden. Trouwens met de oorspronkelijke K. D. J'sche methode gelukte het mij ook lang niet altijd de vlekken te zien te krijgen. Misschien waren mijn kleurstoffen niet zuiver genoeg. Het praeparaat heel lang kleuren geeft niets. Kleurt men met de boven aangegeven methoden uren lang, dan worden de praeparaten ontkleurd in plaats van sterker gekleurd.
Soms zijn de Maurer'sche vlekken door fijne lijntjes verbonden met het protoplasma van den parasiet of onderling.
In veel praeparaten ziet men ook in de roode bloedlichaampjes (en dan in alle) fijne lijnen, die hoofdzakelijk tot twee typen kunnen worden teruggebracht.
1°. pyramidevormige figuren, waarvan de punt steeds