etter. Er bestaat diepe omhoornvliesroodheid. De regenboog is ontstoken. Geen spoor etter in de voorste oogkamer.

Na atropine-indroppeling, het inbrengen van perulenieet en verband, dat ons in de beide vorige gevallen zulke goede diensten bewezen had, reinigde zich de zweer spoedig en genas deze met achterlating van een nog iets gezwollen litteeken. Er bestaan enkele vergroeiingen van regenboog met voorste lenskapsel.

Onder het bewerken van deze bijdrage meldde zich gisteren (6 Juni) de inlander Ramelan No. 1243, oud ongeveer 22 jaren, aan het Gasthuis. Hij is afkomstig van Maos, Banjoemas.

Voor 4 maanden kreeg hij pokken. Na 2 maanden, toen de pokpuisten zoo goed als droog waren, begon hij oogziekte op beide oogen te krijgen. Er was geen zwelling of etterafscheiding, alleen was hij zeer lichtschuw, het oog traande hevig, en hij had veel pijn gehad.

De huid van het geheele lichaam en vooral het aangezicht zitten vol met diepe, leelijke litteekens, alleen zijn de boven- en onderoogleden er vrij van. In de ooglidranden zit ook geen enkel litteeken.

Het bindvlies van beide oogen is iet of wat ontstoken.

Het linker hoornvlies is geheel wit troebel, aan de binnenzijde is een zeer groote afgeplatte uitzakking van den regenboog. Het troebele weefsel is nog hier en daar zwerende en bloedvaten loopen er van alle zijden heen.

Het rechter hoornvlies is melkwit troebel. Aan de bovenzijde een smalle streek matig helder hoornvlies met bloedvaten.

Op beide oogen omhoornvliesroodheid.

In alle vier gevallen heeft zich de oogziekte dus niet gedurende, maar wel na herstel der pokken ontwikkeld.

Bij de drie kinderen ontwikkelde zich slechts op één oog een zweer, bij den man werden beide oogen aangetast.

De kinderen kwamen betrekkelijk spoedig onder behan-