hij wel opschrijven, maar kan ze niet optellen; weet de namen van de dagen van de week, ook van achteren naar voren; eveneens de namen der maanden.

Recapituleerende zien wij het volgende: een man van middelbaren leeftijd, hereditair belast, met aanvallen van woede, optredende na geringe aanleiding, gepaard gaande met impulsief geweldadige handelingen met geheel verlies van bewustzijn. Deze handelingen bestaan meestal uit vechten en schelden, doch ook herhaalde malen in wegloopen zonder doel (fugue). Deze aanvallen bedaren en bestaat er algeheele amnesie voor. Ook zijn er nu en dan aanvallen opgetreden, eenvoudig van bewustzijnstoring zonder emoties, doch met geheele amnesie. Andere keeren zijn de aanvallen opgetreden als toevallen, waarschijnlijk verwekt door schrikverwekkende hallucinaties. Bij die toevallen kwam wel schuim op den mond, doch nooit tongbijten, onwillekeurige urineloozing of krampen in armen en beenen. Behalve deze kleine aanvallen, die eenige minuten, eenige uren en zelfs meerdere dagen geduurd hebben, een periode van confusion mentale, die ruim 2 maanden geduurd heeft, waarbij hij geheel en al in een andere wereld leefde, hallucinaties had en van welken tijd volkomen amnesie bestaat. Verder is het karakter van den man veranderd, hij is in zichzelf gekeerd, emotioneel voor het kleinste, wat hem hindert.

Het is nu de vraag, welke diagnose wij hier moeten stellen.

Wegens de weinige en moeielijke ontwikkeling van den man zou ik geneigd zijn hier aan een dégénéré te denken.

Nu komen de andere toestanden in aanmerking. De krankzinnigenarts te Lawang heeft gezegd: dat R. niet krankzinnig was (3 October) en het waarschijnlijk nooit geweest was. Het is nu maar de vraag, wat men onder krankzinnigheid wil verstaan. Verstaat de geneesheer uit Lawang daaronder, dat krankzinnigheid alleen bestaat, als er noodzakelijkheid is, om in een gesticht te worden op-