Bataljons-Commandant, die liem strafte met 4 dagen cachot, wegens dronkenschap, rustverstoring en stuk slaan van goederen. Eenige dagen later verscheen hij weder op het ziekenrapport, omdat hij met den dienst niet mede kon.

Op een avond aan het wandelen, raakte hij opeens zijn verstand kwijt en bevond zich later, hoeveel later weet hij niet, plotseling bij de Ti dar en wist niet, hoe hij daar gekomen was (absence). Dit heeft hij meermalen ook in het hospitaal gehad. Op een dag was hij in den tuin bij de seciiekamer. Een makker riep hem bij den naam, en in eens zag hij zich daar zonder te weten, wat hij daar wou doen en hoe hij daar kwam." Hij ontwaakte, toen hij bij den naam genoemd werd en zeide, dat hij daar was gaan kijken.

Op een avond zag hij in zijn kamer (hij wordt verpleegd in een kamertje, grenzende aan de groote zaal) plotseling iets en kwam pas na eenigen tijd op het idee, dat het de oppasser was. Onder het lezen heeft hij dat ook wel, dat hij afdwaalt. Te Malang heeft hij zich des avonds van de chambree verwijderd, hoe en waarom wist hij niet. Hij werd bij zijn naam geroepen en plotseling werd hij wakker.

Den lsten December werd hij op voorloopig bewijs in het hospitaal gebracht. Hij was dien morgen naar het privaat gegaan, werd toen licht in het hoofd en is gevallen, waarop hij met een brancard naar het hospitaal is gebracht.

In het hospitaal is hij over het algemeen rustig, doch zeer licht geraakt. Expres wordt alles vermeden, wat hem kan irriteeren. Omdat hij slecht slaapt, wordt hij in een aparte kamer verpleegd. Hij klaagt over zijn hoofd en peinst over zijn toestand. Hij vindt het in dienst niet slecht, maar denkt, dat hij toch niet teekenen mag wegens zijn slecht strafregister. Hij weet echter, dat hij driftig is en is bang voor zijn daden, kan voor zich zelf niet meer instaan, zoo zijn de zenuwen hem de baas, slaapt over het algemeen