hoofd was geslagen, doch nu was hij weer goed bij zijn positieven. Hij werd niet krankzinnig verklaard en twijfel uitgesproken of hij het ooit geweest was. Tusschen de regels van het rapport door werd hij nog niet voor een simulant aangezien, maar werd wel getwijfeld aan de echtheid zijner handelingen. Hij zelf deelde mede, dat de dokter 'hem had medegedeeld, dat het lang niet prettig was in een krankzinnigengesticht en dat het beter was, dat hij er zoo spoedig mogelijk moest zien uit te komen. 9 October verliet hij het gesticht en werd overgegeven aan de Subsistenten-Compagnie te Malang, alwaar hij tot 27 October verbleef. Ook in dat garnizoen is weer iets voorgevallen, zoodat hij van 16 October tot 26 October in het hospitaal werd verpleegd. Hij weet zelf alleen door anderen, wat er gebeurd is, zou een toeval gehad hebben en werd met een sado naar het hospitaal gebracht, alwaar hij eenige dagen in de blokzaal verpleegd werd. Daar ontwaakte hij.

28 October kwam hij weder te Magelang terug en ging aanvankelijk met den dienst mede. Den 13den November na het uitrukken, sarden zijne kameraden hem. Toen werd hij driftig. Later deelde men hem mede, wat gebeurd was: hij had het geweer genomen en had er mede willen steken, waarbij het schuim hem op den mond stond. Hij werd daarop in de politiekamer gebracht, doch daar werd hij nog woedender. Hij weet alleen te vertellen, dat hij den adjudant gezien heeft, die hem drinken weigerde, waarop wederom een woede-aanval uitbrak, waarbij hij alles, wat in zijn buurt lag, stuk sloeg. Ook dit werd hem later medegedeeld. Hij weet, dat hij wakker werd en in de provoost zat met boeien aan, hoe en waarom wist hij niet. Toen vroeg hij om wat drinken, hetgeen hem gegeven werd. Den volgenden morgen kwam hij op het ziekenrapport en deelde den dokter mede, dat hij opgegeten werd van de zenuwen. Een dag later kwam hij op het rapport bij den

41