Des avonds hoorde hij, dat hij voor dronkenschap op het rapport zou moeten komen. Deze uitlating maakte hem zoo driftig, dat hij niet meer wist, wat hij deed; hij is toen weggeloopen en heeft zijn goed bij een ander gebracht. Hij weet niet, waar hij naar toe is geweest en hoe of hij rondgezwalkt heeft (fugue). Te Tjiandjoer is hij door de inlandsclie politie opgepakt en door een oppasser naar Bu i te nzorg gebracht. Hoe hij te Tj i an d j oer gekomen is, weet hij niet. Toen hij weer wakker werd, bevond hij zich te Buitenzorg in de provoost en keek vreemd op, dat hij daar zat. Den volgenden morgen op het rapport deelde hij mede, dat hij niet wist, waar hij geweest was, dat hij alleen was thuis gekomen en niet wist, dat hij door een oppasser gebracht was. Dit alles hoorde hij toen. Bemerkende, dat zijn goed weg was, heeft hij maar gezegd, dat hij het verkocht had, maar hij wist niet, waar het gebleven was. Later bleek het, dat hij dit zelf bij een burger had gedeponeerd.

27 Januari 1907 werd hij uit de klas ontslagen en 11 Februari overgeplaatst naar Amboina.

In dit commandement verbleef hij tot Maart 1908. In dit jaar werd hij 5 maal gestraft. De eerste keer 25 Februari 1907 met 8 dagen provoost, wegens dronkenschap. Hij zelf deelt mede, dat hij wel voor dronkenschap werd gestraft, maar dat hij niet dronken is geweest, maar dat hij wel gevochten heeft. 15 Maart 1907 kreeg hij 8 dagen politiekamer wegens vechten. Er was weder wat voorgevallen, er waren waarschijnlijk woorden gewisseld, althans dat gelooft hij, hij was driftig geworden en er was gevochten. 21 April zien wij vermeld 14 dagen politiekamer (niet voor ons van beteekenis). 16 Mei. 14 dagen provoost, vechten en dronkenschap. Hiervan weet R. ons niet meer mede te deelen. Deze laatste straffen werden ontvangen, terwijl hij bij de mobiele colonne van Ce ram was, en werden niet uitgezeten, zoodat hij zich weinig van die straffen herinnert.