ren had. Mogelijk was het buisje bij 't toesmelten met de paraffine te veel verwarmd.
Bij alle overige stemden de controleproeven met de oude zeer goed overeen met de proeven der versche sera. Wij mogen hieruit besluiten, dat practisch sera, die zelfs weken oud zijn en waarbij geen andere voorzorgen genomen zijn, dan dat zij zooveel mogelijk steriel zijn opgevangen en tegen verdamping beschut zijn, nog zeer goed bruikbaar blijven voor agglutinatieproeven, iets wat voor onze koloniën met de groote afstanden en niet altijd snelle verbindingen zeker van belang is o. a. voor klinischdiagnostische doeleinden.
Ofschoon het geen nieuw feit is, dat sera, bij de noodige voorzorgen, langen tijd hunne agglutininen werkzaam kunnen behouden, scheen het mij toch niet ongewenscht naar aanleiding van deze proeven hier nog eens op te wijzen.
In de tweede plaats, merken wij op, dat de stammen CB8, DE, Dkk (Batavia) enDWz (Magelang) slechts weinig verschil toonden in hunne agglutinabiliteit voor deze 19 patiëntensera. Wel werden, waar bij een titer van 1: 100 nog sterke agglutinatie optrad, geen hoogere verdunningen meer nagegaan en blijkt in die gevallen dus niet, of bij alle vier stammen de titer even hoog was, doch uit de overeenstemming in den eindtiter der sera, die in verdunningen van 100 of daar beneden reeds geen of bijna geen agglutinatie meer gaven, blijkt voldoende, dat deze vier stammen weinig in hunne agglutinabiliteit, ten minste voor onze patientensera, verschilden.
Een geheel ander resultaat dus dan Grijns kreeg bij zijne agglutinatieproeven op eigen en vreemde stammen. Of het meer en- of epidemisch optreden der ziekte hier geheel of gedeeltelijk de oorzaak hiervan is, terwijl Grijns werkte met sera van geïsoleerde gevallen, moet in het midden worden gelaten, al schijnt het niet onmogelijk, dat patienten, die tijdens een epidemie, dus waarschijnlijk allen geïnfecteerd