Bij de overige verschijnselen van het darmkanaal (vomitus, borborygmi enz.) zal ik niet stilstaan, omdat deze mij geen aanleiding geven tot opmerkingen. Alleen nog een enkel woord over de tong.

Tong. In het algemeen kan gezegd worden, dat de tong in het verloop van typhus in deze gewesten zich evenzoo gedraagt als in koudere klimaten. In den beginne is zij beslagen; later verdwijnt dat beslag, te beginnen aan de punt en de randen, en wordt het oppervlak rood; in zwaardere gevallen wordt het orgaan ten slotte droog en fuligineus. Deze veranderingen zijn echter niet constant. In een enkel licht geval was de tong niet beslagen en niet droog, zoodat zij er gedurende het geheele verloop vrij wel normaal uitzag. Dit is echter een uitzondering.

Lang iiiet altijd komt het tot de vorming van een typischen typhusdriehoek. Wanneer men hieronder verstaat, dat alleen de punt rood is en de rest van de tong, ook de randen, nog beslagen, dan is zelfs die driehoek zeldzaam: ik noteerde dien toestand slechts éénmaal. Veel meer komt het voor, dat het afstooten van het beslag niet alleen aan de punt, maar tegelijkertijd ook aan de randen begint, waardoor de driehoek minder typisch wordt.

In een paar lichte gevallen bleef de tong gedurende het geheele verloop beslagen en vochtig; meer kwam het voor, dat het beslag wel verdween, doch dat daarna de tong niet bepaald droog was. (Waarschijnlijk houdt dit verband met het veelvuldig ontbreken van stoornissen van het sensorium). In de zware gevallen met bewustzijnsstoornis ontbraken in de latere tijdperken der ziekte de droge, fuligineuse tong en lippen niet.

In het algemeen ga ik, om de beteekenis der veranderingen aan de tong voor de diagnostiek aan te geven, accoord met Rogers '), waar hij zegt: „on the whole the changes of the

*) l.c. p. 129.