Officieel is de derde week het tijdperk van de steeds toenemende remissies, die langzamerhand een hectisch karakter aannemen en dan lytisch eindigen.

Waar, gelijk wij in het vorenstaande gezien hebben, reeds in de tweede week, resp. in het tweede klinische stadium remittens meer voorkomt dan continua, daar ligt het voor de hand, te veronderstellen, dat in de latere stadia de remittens verreweg de hoofdrol zal spelen. Dit is dan ook inderdaad het geval, maar toch is zij zelfs hier niet constant. Zoo ziet men b.v. in curve N°. 3, dat tot aan de lysis toe de koorts vrij wel continu blijft. In curve N°. 16 ziet men, dat daar in de tweede week de koorts remitteert, dat daarop een periode volgt van continua resp. subcontinua, en dat dan pas liet tijdperk der sterke remissies optreedt. Zoo komen alleilei variaties ook in de latere stadiën voor, en men zal bij de weergegeven curven meer dan een aantreffen, waarbij alle regelmaat ontbreekt en hoegenaamd geen type is te herkennen.

Wat den koortsafloop betreft, een echte crisis heb ik nooit gezien; altijd duurde het langer dan 24 uur, dat de patiënt blijvend afebriel werd. Een typische, eenige dagen lange lysis, waarvan curve 17 een voorbeeld geeft, is eclitei ook geen regel; veelal is de temperatuurdaling niet zoo regelmatig. Men kan zich uit de weergegeven curven zelf gemakkelijk een beeld vormen van de wijzen, waarop de koorts kan afloopen, waarbij men zal opmerken, dat de lysis soms maar kort duurt, zoodat de patiënt reeds blijvend koortsvrij is binnen tweemaal 24 uur, nadat de thermometer

nog boven 39° had gestaan.

Resumeerende kunnen wij dus zeggen, dat bij typhus in deze gewesten de temperatuurcurven zeer sterk uiteenloopen. Het remitteerende type speelt zonder twijfel de hoofdrol. Men ziet echter zulke bizarre, volkomen onregelmatige curven, dat men alles kan verwachten en dat het — ik herhaal het nog eens met het oog op het groote belang der zaak-niet veroorloofd is, op de temperatuurcurve