Sluiten, zijn, of zij veel of weinig heerscht, waar zij wordt aangetroffen en op welke wijze zij wordt overgebracht.
Hiervan is voor onze gewesten nog bitter weinig bekend. In Engelsch-Indië beschikt men dienaangaande reeds over uitvoerige onderzoekingen, met name betreffende de armee ')■ Het is mij niet mogen gelukken, in dit opzicht betrouwbare gegevens te putten uit de jaarverslagen van ons eigen leger.
Ook betreffende de veelvuldigheid van het voorkomen onder particulieren bestaan geen opgaven. Enkele jaren geleden is er hier te Batavia een poging gedaan, om in dit opzicht meer licht te krijgen. Het Civiel Bestuur heeft namelijk aan .alle practiseerende geneesheeren een aantal kaarten toegezonden met verzoek, telkens als een geval van typhus abdominalis onder behandeling kwam, één daarvan in te vullen en naar het residentiebureau te zenden, waardoor een beeld zou worden verkregen van de frequentie en van de verdeeling over de verschillende wijken der stad en van het voorkomen in verschillende tijden van het jaar. Deze poging is echter geheel mislukt, daar de medici in deze niet hebben meegewerkt. De een beschouwde het invullen van die kaarten als schending van ambtsgeheim, een ander liet het na, omdat de huisgenooten der patiënten er bezwaar tegen hadden, een derde interesseerde er zich niet voor, en ten slotte was de deelname zoo gering, dat er van dit werkelijk zeer goede plan niets terecht kwam. Te Semarang heeft men in dit opzicht meer succes gehad. Daar heeft namelijk de Resident, gelijk de eerstaanwezend stadsgeneesheer Dr. de Vogel in zijn, jaarrapport over 1908 2) mededeelt, typhus gerangschikt onder de besmet-
*) Roberts, Enteric fever in India and in other tropical and subtropical regions. 1906.
3) Dit rapport, dat nog niet gepubliceerd is, werd mij ter inzage gegeven door den Chef van het bureau Civiel Geneesk. Dienst van het Dep. v. O. E. N. Dr. de Vogel stond mij welwillend toe, er gebruik van te maken, waarvoor hem hier mijn hartelijke dank wordt gebracht.