het nuttig effect der voeding bij uitgebroken polyneuritis betreft, zoo lijdt liet toch geen twijfel, dat de inheemsche leguminosen alle de eigenschap bezitten in niet te ver gevorderde gevallen genezend te werken, en dus zeker prophylactische werkzaamheid zullen ontvouwen. Bij de Europeesche bruine boonen was deze werking veel geringer. Het is echter de vraag, of versche boonen in deze omstandigheden niet beter resultaat gegeven zouden hebben.
Wij zien dus, dat over het algemeen in de leguminosen voor een groot deel de stoffen gevonden kunnen worden, die in de afgewerkte rijst ontbreken en voor het zenuwstelsel noodzakelijk zijn. Reeds in 1902 werd door de commissie tot algeheele herziening der voeding in 's Lands gevangenissen in de „Toelichting op het Reglement op de voeding" op de waarde van peulen en peulzaden voorde voeding met klem gewezen. Ik kan niet nalaten hier mijn leedwezen te kennen te geven, dat de daarin gegeven raad te trachten de beri-beri te voorkomen, door de rijst onafgewerkt te verstrekken, en een ruime plaats aan de leguminosen toe te kennen in de bijvoeding zoowel der gevangenen als der koelies in de mijnen, zoo weinig weerklank heeft gevonden.
De zeer scherpe, hoewel van het standpunt der wetenschappelijke statistiek niet zaakkundige kritieken, waaraan het „Onderzoek naar het verband tusschen den aard der rijstvoeding in de gevangenissen op Java en Madoera en het voorkomen van beri-beri onder de geïnterneerden" door Dr. A. O. Vorderman in de Indische en de Nederlandsche pers heeft bloot gestaan, heeft hieraan zeker veel schuld. Meer nog wellicht de omstandigheid, dat Dr. Vorderman kort na de invoering der nieuwe tarieven overleed, en zijn opvolger voor de onafgewerkte rijst niet veel „voelde". Zoo raakte al spoedig in medische zoowel als in officieele kringen de belangstelling in de waarnemingen omtrent het verband tusschen den aard der voeding en het uitbreken