aan de kippen werden aangeboden. Meestal echter aten zij er slechts weinig van, zoodat tot gedwongen voeding

moest worden overgegaan.

In 't geheel werd op 4 zieke kippen de werking der ontjom nagegaan. No. 45 ging na 2, No. 40 na 3 dagen dood, No. 42 en 44 herstelden en bleven gezond, terwijl de proef 5 maanden werd voortgezet.

Katjang pandjang.

Lange, dunne, rolronde peulen, waarin een groot aantal langwerpig-ronde zaden; peulen en zaden zijn groen gekleurd. De zaden worden gegeten.

De proeven met deze boonensoort, waarvan eerst 12 latei 14 G. gegeven werd, waren aanvankelijk niet gelukkig. De eerste 5 (Nos. 48-52) gingen alle binnen 3 dagen dood. De Nos. 53 en 54 herstelden en bleven gedurende de 4 maanden, dat de proef werd voortgezet, ook welvarend.

Bruine boonen.

Voor de proeven werden hier in de winkels gekochte boonen gebruikt. Hoelang zij reeds in Indië waren, is mij niet bekend.

Van 6 behandelde kippen herstelde geen een volkomen. No. 56 stierf den volgenden dag, No. 36, 55 en 57 2 dagen na het begin der proef. No. 24 kon 28 en No. 37, 38 dagen in het leven gehouden worden. Beide verbeterden aanvankelijk, doch daarna bleef de toestand vrij wel stationnair, terwijl een huidziekte optrad, waarbij kop en hals met schilfers werden bedekt. De verlammingsverschijnselen werden toen weer duidelijker, tot de dood volgde. Het is moeielijk hier te raden, of de huidziekte een gevolg van de onvolkomen genezing was, of dat zij, als intercurrente ziekte, de voeding onvoldoende maakte.

Ofschoon geen der onderzochte voedingsmiddelen boven, de meeste zelfs zeker beneden katjang idjoe staan, wat