Zie, collega, op die gevallen past uw vinding niet, en daar zij, indien zij juist ware, op alle gevallen toepasselijk zou moeten zijn, deugt uw gissing niet en uw gevolgtrekking evenmin.

Wanneer in Hamburg de met creoline behandelden d o o r creoline genezen zijn, dan hebt u 18 jaren later uw 28 genezen cholera-zieken ook door de creoline genezen, en, of ge 't nu reeds erkennen wilt of nog niet, ge hebt met die behandeling een kleine bijdrage te meer geleverd voor de juistheid van mijn betoog, dat creoline wel degelijk een machtig ontsmettingsmiddel voor 't darmkanaal en een waar specificum tegen cholera is, waarmede men alle lijders aan die anders veelal doodelijke ziekte 't leven redden kan, mits zij 't middel nog tijdig innemen en inhouden, voordat 't voorafgegane ziekteproces alle kans op levensbehoud vernietigd heeft. (Zie boven).

Toch zal uw uitspraak, in een officieel vakblad opgenomen en daaruit in leekeu-dagbladen overgedrukt, kwaad doen en weerklank vinden bij allen, die, om welke beweegredenen dan ook, niet willen toegeven, dat ik, met opoffering van veel tijd, van arbeid en geld, iets goeds ten algemeenen nutte tot stand heb gebracht. En dat, hoewel die uitspraak een mislukking is, een onhoudbare poging om uw ouderen collega's iets nieuws te leeren, waarop ten slotte slechts de woorden passen: non è vero n è bene t r o v a t o.

Ik zal niet meer aanhalen. 'tZou overbodig zijn. 't Geciteerde spreekt duidelijk genoeg voor ieder, die eerlijk is en logisch oordeelt en alleen waarheid, in casu wetenschappelijke waarheid zoekt, in aller menschen belang.'

In Hamburg hebben de voorstanders van m ij n therapie— al of niet min of meer gewijzigd — evengoed tegenstand gevonden als ik in Indië, en in Nederland ook.