Onder de beri-berilijders in de gevangenis te Selong (Oost-Lombok) kwam nog 1 sterfgeval voor, 1 was op ultimo van verslagjaar nog onder geneeskundige behandeling, de derde patiënt herstelde. In de strafinrichting te Mataram maakte die ziekte een 14tal slachtoffers, allen preventieven, afkomstig van de kampong Pringgabaja (Oost-Lombok). Katjang "idjoe werd in ruime mate verstrekt en voor de preventieven tevens dagelijksche wandelingen voorgeschreven. Op het einde van het jaar was die ziekte geweken.

Behalve goedaardige koortsen — enkele malariagevallen aan de Oostkust uitgezonderd — en onschuldige oogziekten, kwam hier en daar op Lonibok dysenterie voor, in sommige kampongs, met name Sembaloen, T andjoeng Loear en Mataram, met doodelijken afloop; in de gevangenis ter laatstgenoemde plaatse bezweken daaraan 13 personen.

Inentingen hadden geregeld plaats. Het aantal vaccinaties en revaccinaties bedroeg respectievelijk 16978 en 7467, waarvan 11907 en 4033 met gunstig resultaat.

Het cijfer der bij het bestuur ingeschreven leprozen daalde door sterfgevallen van 294 tot 281.

In de afdeeling Zuid-Bali deden zich in de maanden Januari en Februari a. p. vooral in Tabanan, Gianjar en in het district Sibang (Badoeng) verscheidene gevallen van koorts voor, hier en daar gepaard met buikziekte; de meeste droegen echter geen ernstig karakter.

Na het uitbreken der pokken in de afdeeling Boeleleng trad die ziekte ook in de desa's Kembangsari en Lateng (Noord-Bangli) op. Volgens ingekomen rapporten moeten daaraan zijn bezweken 11 lijders. Elders, t. w. in Tabanan, Gianjar en Kloengkoeng werden slechts enkele gevallen geconstateerd.

Met een algemeene vaccinatie, voornamelijk van kinderen, in de om Boeleleng grenzende streken en ter hoofdplaats Bangli, werd in December jl. een aanvang gemaakt; Kloengkoeng volgde kort daarop, terwijl in de desa's nabij de