Wel kwamen in de maand September ter havenplaats Boeleleng-Singaradja verscheidene gevallen van pokken onder de Inlandsche en daarmede gelijkgestelde bevolking voor en nam die ziekte een dusdanige uitbreiding aan, dat op 3 December d. a. v. de plaats besmet moest worden verklaard, doch over het algemeen had zij een gunstig verloop; er kwamen op de 191 lijders slechts 9 sterfgevallen voor. Ook elders in de afdeeling Boeleleng werden verscheidene gevallen geconstateerd. Door geregelden aanvoer van versche lymphe konden op groote schaal vaccinaties en revaccinaties plaats hebben; het aantal inentingen bedroeg 2880, dat der herinentingen 1340, waarvan respectievelijk slaagden 2195 en 650. In den loop der maand Januari jl. werd de ziekte tot staan gebracht en had op den 25en dier maand de opheffing der besmetverklaring plaats.
Gevallen van koorts en keelaandoeningen kwamen vooral in de kentering, en tijdens de bewerking der sawahs menigvuldig voor; schurft en andere huidziekte betrekkelijk weinig, in aanmerking genomen, dat de Baliër, en niet minder de Sasak, als bijzonder onzindelijk te boek staat, en op het gebied van hygiene nog bekrompen begrippen koestert.
Beri-beri, van welke ziekte in het vorig verslag werd gewag gemaakt, kwam in bovengenoemde afdeeling gedurende dit verslagjaar niet meer voor.
Het aantal leprozen, dat op ultimo 1907: 40 bedroeg, verminderde in den loop van 1908 met 5, welke lijders door den dood uit hunne ellende werden verlost. Één patiënt werd er opgenomen, zoodat het aantal op ultimo December 1908: 36 was.
In de afdeeling Djembrana liet de gezondheidstoestand weinig te wenschen over. Koortsen en gevallen van mazelen en waterpokken deden zich in enkele kampongs voor, doch, voorzoover bekend, zonder doodelijken afloop.
12