met 3/4 petroleumblik water en gekookt tot er + 8 L. overblijft. Dit wordt den geheelen dag te drinken gegeven, nl. 3/4 L. voor een vrouw en 1 L. voor een man.
Lepra bleef zeldzaam onder de Inlandsche bevolking; de aangetasten zijn meest Chineezen. In de lepra-inrichting te Tandjong Poenei bevonden zich op 1 Januari 1908, 30 Chineezen en 2 Inlanders. In den loop van het jaar overleden 3 Chineezen en kwamen er 8 bij, terwijl 1 lijder de inrichting niet hersteld verliet. Op ultimo December 1908 bevonden zich dus 36 lepralijders in genoemde inrichting.
Beri-beri kwam veelvuldig onder de Inlandsche bevolking voor. Het merkwaardigste is, dat de ziekte alleen voorkwam in kampongs, waar men zich met Siamsche rijst voedt. Dit zijn de visscherskampongs. In de andere kampongs, waar men zich met inheemsche of betere rijst voedt, werden geen gevallen bekend. Aan de bevolking werd het mogelijk gemaakt om betere rijst te krijgen en hun op het gevaar van slechte rijst gewezen en aanbevolen om de rijst zooveel doenlijk door boonsoorten, mais en dergelijke te vervangen. Dit had o.a. in de kampong Asem reeds een maand later een gunstigen invloed.
In de gevangenis ontstonden geen gevallen en alle gevallen aldaar aangekomen, gingen vooruit; zelfs personen, die in den meest treurigen toestand van den atrophischen vorm aankwamen. Deze gunstige toestand, het vorig jaar aangevangen met de verstrekking van inheemsche rijst, die in de gevangenis zelf ontbolsterd wordt, heeft zich dus bestendigd.
Ter hoofdplaats Muntok zijn 4 sterfgevallen aan tuberculose voorgekomen.
In de inrichting voor zieke prostituées zijn 27 gevallen van besmettelijke vrouwenziekten (ulc: molle, urethritis gonorrhoica en cervicaal-catarrh) behandeld, geen gevallen van syphilis.
In de ziekenzaal der gevangenis werden 9 gevallen van