De regenval bedroeg 1327 m.M. in 100 regendagen.
Omtrent den algemeenen gezondheidstoestand valt niet veel te zeggen. Van de behoeftigen, die zich onder behandeling stellen, behooren slechts weinigen tot de Atjehsche bevolking. Meestal zijn het menschen van allerlei landaard met beenwonden of huidziekten. Van de bevolking zelve komen meestal slechts hoofden en hun gevolg en ernstig-gewonden in behandeling.
Met beri-beri kwamen enkele behoeftige Chineezen en 6 dwangarbeiders en gevangenen onder behandeling; met lepra twee behoeftige Chineezen.
In Januari zijn twee gevangenen met dysenterie in het Militair hospitaal opgenomen, die beiden overleden.
Van cholera, pokken, slangen- en hondenbeten kwamen geene gevallen in behandeling.
Het aantal verpleegde gewonden bedroeg 74, w.o. 5 schotwonden (alle bij behoeftigen).
Een civiele ziekeninrichting bestaat er niet.
Meulaboh. Bevolkingssterkte: Europeanen 3, Atjehers 548, Maleiers 185, Chineezen 115.
De regenval bedroeg 3741 m.M. in 165 regendagen.
In de eerste helft van het jaar was de gezondheidstoestand vrij gunstig; hoofdzakelijk leed de bevolking aan m a'aria. De meeste malariagevallen waren echter goedaardig en berustten op infectie met den tertiana-parasiet. Tropicagevallen kwamen minder voor, terwijl slechts hoogst zelden een geval van quartana gevonden werd.
Den 30en Juli kwam het eerste geval van cholera te Meulaboh voor bij een Chineesch kind. Van dezen dag af kwamen tot 30 September zoo nu en dan gevallen voor, onder de Atjehsche bevolking (3 a 4 per maand). Onder het Maleische gedeelte der bevolking kwam totaal slechts één geval voor; onder de Chineesche bevolking ook alleen maar bovenvermeld geval. Van een epidemie is geen sprake geweest.