Het meest werden koortsen waargenomen in de onderafdeling Toelang Bawang, inzonderheid in de benedenstrooms gelegen kampongs, blijkbaar te wijten aan de uitgestrekte moerassen aldaar. In de afdeeling Semangka eischte deze ziekte vooral in de laatste maanden van het verslagjaar vele slachtoffers en steeg de sterfte in die maanden boven het normale. De in het vorig verslag in de onderafdeeling Sekampong voorkomende gevallen dezer ziekte welke veelal gepaard gingen met buikloop, deden zich in het verslagjaar niet in die mate meer voor.
Buikziekten kwamen in het laatst van het verslagjaar veel voor in de afdeelingen Ommelanden van Telok Betong en Semangka en vooral in eerstgenoemde afdeeling, in en om de hoofdplaats daarvan veelal met doodehjken afloop. Zij deed denken aan cholerine, doch was niet van epidemischen
aard. . . .
Mazelen kwam in het begin van verslagjaar in enkele
kampongs in de afdeeling Ommelanden van Telok Betong voor, en gedurende het geheele jaar mede in eenige kampongs in de afdeeling Semangka, doch was tegen het eind van het verslagjaar geheel gewekén; sterfgevallen kwamen
daarbij niet voor.
Oogziekten werden in de afdeelingen zelden waargenomen.
Enkele gevallen van beri-beri deden zich in het verslagjaar voor in de afdeelingen Sepóetih-Toelangbawang en de
Ommelanden van Telok Betong.
Naast koortsen en buikziekten waren huidziekten en beenwonden van allerlei aard, de meest voorkomende. Huidziekten en beenzweren, vooral ten gevolge van onreinheid, terwijl syphilitische verschijnselen niet zeldzaam waren. Lepra komt sporadisch voor, doch de lijders daaraan worden uit de gemeenschap verwijderd en wonen geïsoleerd
in de ladangs.
Tengevolge van de zorgeloosheid der ouders door kou-