waren afkomstig van de omliggende kampongs met hun vijvers, poelen en moerassen. Deze kampongs, waar geen enkele bewoner te vinden is, die niet een vergroote milt heeft, zijn als eigenlijke malariahaarden te beschouwen; in Sidempoean zelf komen niet erg veel malariagevallen voor.

Beri-beri is onder de blijvende bevolking niet waargenomen.

Tijdens vaccine-inspecties zijn 9 gevallen van lepra geconstateerd.

Cholera kwam niet voor.

Met pokken werden in het geheel 18 personen behandeld, waarvan 2 overleden.

164 ooglijders kwamen in 1908 onder behandeling (w. o. 13 traclioomlijders).

Gonnorrhoische conjunctivitides zijn niet voorgekomen.

Onderzocht werden 14 totaal blinden. Bij 1 was de oorzaak glaucoom; bij 5 seniele cataract, bij 2 trauma gevolgd door sympathische ophthalmie, bij 3 was de blindheid congenitaal en bij nog 3 was zij het gevolg van corneaverzweringen door variolae.

Van slangenbeet kwam 1 geval ter kennis met lethaal verloop.

Sibolga. De gezondheidstoestand was niet bepaald gunstig.

Malaria kwam veel voor.

Te Si Tonong en Koeta Barangan (district Sibolga) zijn 4 gevallen van variolois geconstateerd; te Sibolga deden zich 7 gevallen van variolae voor.

Van typhus abdominalis werdjn 2 gevallen gezien.

Buikziekten en beri-beri kwamen eveneens voor, terwijl ziekten van de ademhalingsorganen en die der oogen bij vele kinderen werden aangetroffen.

Nieuwe gevallen van lepra werden niet geconstateerd.

Huidziekten en beenwonden behoorden tot de meest voorkomende ziekten.