De Heer Louwerier bespreekt hierna de circulaire van den Resident, waarbij deze bepaalt, wat onder volledige voeding te verstaan is. Hij acht de rijsthoeveelheid van 0,75 Kg. te hoog voor een zieke en verder het voorschrift, dat vleesch, visch en gedroogde visch afwisselend moeten gegeven worden, te bezwarend. De Heer Baermann meent, dat dit voorschrift niet de hospitalen raakt, maar alleen de Kongsiekeukens. Hij vindt de hoeveelheden, die opgegeven zijn en ongeveer aan 3000 calorieën beantwoorden, niet te hoog. Ook de prijs kan binnen de voorgeschreven 14 cents blijven, mits niet letterlijk vastgehouden wordt aan de volgorde der prijzen.

De Heer Louwerier is van meening, dat dit voorschrift

wel degelijk de hospitalen ook betreft en dat het ook de bedoeling is, dat den eenen dag versch vleesch, den anderen dag versche visch, den derden dag gedroogde visch enz. wordt gegeven; 3000 calorieën vindt hij voor een zieke overdreven. Hij stelt voor een commissie te benoemen ten einde deze aangelegenheid te onderzoeken. Aldus besloten. De Heer Louwerier bespreekt vervolgens 't toezicht, dat van Gouvernementswege gehouden wordt over onze hospitalen en apotheken. Hij pleit voor het instellen van een geneeskundigen raad, die behalve die inspecties ook alle mogelijke voorkomende werkzaamheden zou verrichten.

Het Pathologisch Laboratorium te Medan zou dan van zelf de aangewezen werkplaats zijn, terwijl de werkkrachten zeer zeker hier wel te vinden zullen zijn.

De Heer van Haeften deelt mee, dat wij voor een groote

reorganisatie staan van den burgerlijk geneeskundigen dienst en raadt aan af te wachten. Hij heeft al voorstellen daai-

omtrent ingediend.

Besloten wordt dit onderwerp voorloopig te laten rusten.

Vergadering, 17 Juni 1909.

De Heer van Loghem houdt een voordracht over „een