plichten opvatte, alle niet strikt noodzakelijke en weinig nut opleverende uitgaven bij den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst te vermijden, teneinde voor — in haar oogen meer noodige en nut afwerpende — voorzieningen bij dien dienst gelden disponibel te krijgen, deed zij het voorstel om Inlandsche vroedvrouwen slechts daar te plaatsen, waar een Europeesch geneesheer of Inlandsch arts gevestigd is. Trouwens, uit de omstandigheid, dat de Commissie niet voorstelde, de geheele opleiding te staken, blijkt ten duidelijkste, dat zij van den arbeid dier Inlandsche vroedvrouwen goede resultaten verwachtte, onder voorwaarde evenwel, dat zij werken onder toezicht van en samen met den geneesheer.
De voorstellen van Dr. van Buuren zijn aan het slot van zijn brochure geresumeerd. Ze komen in hoofdzaak hierop neer:
Hij wil de doekoens baji registreeren en het uitoefenen der verloskundige praktijk onder de Inlanders reglementeeren.
De bestaande doekoens moeten worden opgeroepen en aan een oppervlakkige geneeskundige keuring onderworpen; zij, die geen opvallende lichaamsgebreken hebben, krijgen een schriftelijke aanstelling en vergunning de verloskundige praktijk uit te oefenen, onder voorwaarde dat, indien hun hulp te kort schiet, zij verplicht zijn daarvan kennis te geven aan het desahoofd, dat op zijji beurt zoo spoedig mogelijk bericht moet zenden aan den dichtst bijzijnden bevoegden verloskundige. Op iedere districtshoofdplaats wordt een gediplomeerde Inlandsche vroedvrouw geplaatst en op iedere afdeelingshoofdplaats een medicus.
De heer van Buuren zegt zelf, dat bij afwijzing van dit voorstel alle verdere moeite om verbeteringen aan te brengen, nutteloos zal blijken te zijn. Nu meen ik, dat iedere ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur, ja zelfs hij, die de toestanden in een desa maar een weinig kent, mij zal moeten toegeven, dat een reglementeering der doekoens,